In de periode van lagering in eikenhouten fust, dat jaren kan duren, is er sprake van positieve veroudering.
Zodra de Whisky in de fles zit, is deze veroudering gestopt. Gedistilleerde drank is een ‘dood’ product en in principe onbeperkt houdbaar, zolang hij maar ongeopend is.

Als de fles al open is geweest en een deel van de inhoud eruit is uitgeschonken, zal een deel van de vluchtige componenten die zijn gevormd tijdens distillatie en lagering, verdampen en in de lege ruimte van de fles komen. Daardoor gaan de fijne nuances van de Whisky verloren. Naarmate er minder drank in de fles zit en er meer lege ruimte ontstaat, wordt de verhouding lucht/drank ongunstiger. Het verdampen van de vluchtige verbindingen betekent dat de drank vlakker en flauwer gaat smaken.

Er bestaat geen officiële verstrijkdatum voor de houdbaarheid van een geopende fles Whisky, als richtlijn kunt u aanhouden dat een halfvolle fles Whisky ongeveer 3 jaar houdbaar blijft. Daarna is de Whisky absoluut nog wel te drinken maar zal deze van wat mindere kwaliteit zijn, gebruik deze dan voor bijvoorbeeld het koken.

Wat het belangrijkste gegeven is bij het bewaren van Whisky, is dat een fles Whisky altijd rechtop moet staan. In tegenstelling tot wijn, is het op zijn kant bewaren niet goed voor de kurk, waardoor deze verpulverd. Hierdoor komt er weer gemakkelijk lucht bij de Whisky.